aalduiker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aal·dui·ker
Woordherkomst en -opbouw
samenstelling van aal zn en duiker zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aalduiker | aalduikers |
verkleinwoord | aalduikertje | aalduikertjes |
Zelfstandig naamwoord
de aalduiker m
- (futen) bepaald soort watervogel, Podiceps cristatus
Synoniemen
Vertalingen
1. zie: fuut
Verwijzingen
Gangbaarheid
- Het woord 'aalduiker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.