Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Zwiw·wel·ku·che
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Zwiwwelkuche der Zwiwwelkuche Zwiwwelkuche die Zwiwwelkuche
datief me Zwiwwelkuche em Zwiwwelkuche Zwiwwelkuche de Zwiwwelkuche
accusatief en Zwiwwelkuche der Zwiwwelkuche Zwiwwelkuche die Zwiwwelkuche

Zelfstandig naamwoord

Zwiwwelkuche, m

  1. (kookkunst), (voeding) uiencake, uientaart
Opmerkingen