Zuid-Duitsland
- Geluid: Zuid-Duitsland (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzœydœytslɑnt / (3 lettergrepen)
- Zuid-Duits·land
- samenstelling van zuid bw en Duitsland en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Zuid-Duitsland | - |
verkleinwoord | - | - |
het Zuid-Duitsland o
- (toponiem) gebied bestaand uit de Duitse deelstaten Beieren en Baden-Württemberg, ook gebruikt voor gebieden die hoofdzakelijk uit het gebied van deze deelstaten bestaat
- ▸ In grote delen van Oostenrijk en Zuid-Duitsland is de op een na hoogste lawinewaarschuwing van kracht.[1]
- (taalkunde) het deel van Duitsland waar Hoogduits wordt gesproken, ruwweg ten zuiden van de Main
- ▸ Ook thuis spreekt Julia geen plat, en dat is geen wonder, want haar eigen oma, die zich nu zo inspant Nederduits te spreken met haar kleinkind, heeft haar kinderen destijds met opzet alleen Hoogduits geleerd. "Er kwamen destijds vluchtelingen van elders en mensen uit Zuid-Duitsland, en daar hield je rekening mee." En zo schakelde Anita Dierksen over op Hoogduits, ook in de opvoeding van haar eigen kinderen.[2]
- Het woord 'Zuid-Duitsland' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Kasper van Laarhoven“Opnieuw lange files in Oostenrijk en Duitsland door hevige sneeuwval” (6 januari 2019) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Gerbert van Loenen“De taal van opa en oma” (1 juli 2002) op trouw.nl