WikiWoordenboek:Protologisme/tienduizendhoek

  • tien·dui·zend·hoek
enkelvoud meervoud
naamwoord tienduizendhoek tienduizendhoeken
verkleinwoord

tienduizendhoek m

  1. (filosofie) meetkundige figuur met tienduizend hoeken
     Stel ik me evenwel een veelhoek met een zeer groot aantal zijden voor, dan heb ik daardoor beslist niet het begrip van den duizendhoek, want de voorstelling onderscheidt zich in niets van de figuur, die ik verkrijg, indien ik me de voorstelling van een tienduizendhoek poog te vormen.[1]
  1.   Weblink bron in:
    A.C. Elsbach, H.T. de Graaf, H.J. Jordan, K.F. Proost & G.H. van Senden (red.)
    Encyclopaedisch handboek van het moderne denken (2 delen) (1931), p. 114