1. klein voorwerp dat als identificatie in een USB-poort moet worden gestoken om een apparaat of verbinding te kunnen gebruiken (hier: een dongel om digitale televisie te ontvangen)
2. klein langwerpig voorwerp dat in een USB-poort wordt gestoken om er gegevens uit te raadplegen of in op te slaan
  • USB-sleu·tel
  • samenstelling van  USB  en  sleutel 
    • [1] naar de functie; vermoedelijk onder invloed van Engels usb key
    • [2] omdat het een voorwerp is dat je net als een sleutel in een daarvoor bestemde opening steekt en door de uiterlijke gelijkenis met [1] of met een gewone sleutel
enkelvoud meervoud
naamwoord USB-sleutel USB-sleutels
verkleinwoord USB-sleuteltje USB-sleuteltjes

de USB-sleutelm

  1. (informatica) klein voorwerp dat als identificatie in een USB-poort moet worden gestoken om een apparaat of verbinding te kunnen gebruiken
    • Google heeft een nieuwe maatregel aangekondigd waarmee gebruikers hun accounts kunnen beveiligen, namelijk een fysieke USB-sleutel genaamd Security Key. [1]
  2. (informatica) klein langwerpig voorwerp dat in een USB-poort wordt gestoken om er gegevens uit te raadplegen of in op te slaan
    • De inschrijver zal een kopie van de offerte op een USB-sleutel toevoegen. [2]

2. klein langwerpig voorwerp dat in een USB-poort wordt gestoken om er gegevens uit te raadplegen of in op te slaan

1. klein voorwerp dat als identificatie in een USB-poort moet worden gestoken om een apparaat of verbinding te kunnen gebruiken

2. klein langwerpig voorwerp dat in een USB-poort wordt gestoken om er gegevens uit te raadplegen of in op te slaan

  • Er bestaan USB-sleutels die echt de vorm van een sleutel hebben, zoals op de foto, maar ook USB-sticks met een andere vorm worden wel USB-sleutel genoemd.
  • Omdat de afkorting "USB" steeds meer in het spraakgebruik voorkomt, is de spelling met kleine letters "usb" ook verdedigbaar geworden.[3]
  • De spelling is "USB-sleutel" met een koppelteken "-" vanwege spellingregel 6.H.