En Telephone
Een telefoon
  • Te·le·phone
  • Ontleend aan het Engelse zelfstandig naamwoord telephone met het voorvoegsel tele-
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Telephone es Telephone Telephones die Telephones
datief me Telephone em Telephone Telephones die Telephones
accusatief en Telephone es Telephone Telephones die Telephones

Telephone, o

  1. (elektrotechniek), (telecommunicatie) telefoon
    «Wammer sei Vertrag erneie muss, kammer en neie Telephone griege. Ich hab en neie iPhone gewaehlt.»
    Als je je contract moet verlengen, kun je een nieuwe telefoon krijgen. Ik heb een nieuwe iPhone gekozen.
  • Krant: Hiwwe wie Driwwe (Hier en ginds; in het Pennsylvania-Duits)
Volume 16. No. 2 - Harebscht / Winder 2012, pagina 8
En Telephone kann sell duh? (Een telefoon kan dat doen?)
Schrijver: Douglas Madenford, Howard, PA (geraadpleegd op 24 aug 2016)