Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: schutter


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Schut·ter
Woordherkomst en -opbouw

Eigennaam

Schutter m

  1. (astronomie) sterrenbeeld van de dierenriem (tussen rechte klimming 7u41m en 20u25m en tussen declinatie −45° en −12°)
     Dit punt ligt in het sterrenbeeld Schutter, enkele graden ten noorden van de heldere ster gamma, die de punt van de pijl aanduidt, welke de Schutter afschiet op de Schorpioen.[2]
Synoniemen
Vertalingen
   1. zie: Boogschutter   

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Schutter op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron Midzomer-volle maan : Lage stand in het sterrenbeeld Schutter in: Nieuwe Haarlemsche Courant, jrg. 78 nr. 25615 (16 juni 1954), p. 3 kol. 4