Scheidemünze
- Schei·de·mün·ze
- Het eerste woorddeel 'scheide' komt van het Duitse werkwoord scheiden en is samengesteld met het Duitse zelfstandige naamwoord Münze
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | die Scheidemünze | die Scheidemünzen |
genitief | der Scheidemünze | der Scheidemünzen |
datief | der Scheidemünze | den Scheidemünzen |
accusatief | die Scheidemünze | die Scheidemünzen |
Scheidemünze, v
- (financieel), (verouderd) een munt waar de tarief boven de metaalwaarde van de munt ligt (kleingeld)