Samaritaan
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Samaritaan (hulp, bestand)
- IPA: /samariˈtan/
Woordafbreking
- Sa·ma·ri·taan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Samaritaan | Samaritanen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) (demoniem) bewoner van Samaria
Verwante begrippen
Demoniemen bij Samaria in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Samaritaan • inwoonster: Samaritaanse • bijvoeglijk: Samaritaans |
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord Samaritaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.