Samaritaanse
- Sa·ma·ri·taan·se
- afgeleid van Samaritaan met het achtervoegsel -se
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Samaritaanse | - |
verkleinwoord | - | - |
de Samaritaanse v
- (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Samaria, of iemand afkomstig hiervan
Demoniemen bij Samaria in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Samaritaan • inwoonster: Samaritaanse • bijvoeglijk: Samaritaans |
1.
Samaritaanse
- verbogen vorm van de stellende trap van Samaritaans
- Het woord Samaritaanse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.