demoniem
inwoner Paraan
vrouwelijke inwoner Paraanse
bijvoeglijk Paraans
  • Pa·ra
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Para Paras -
verkleinwoord - - -

Para m

  1. (toponiem: rivier) riviertje in het noorden van Suriname, dat uitmondt in de Surinamerivier
  2. (toponiem) district dat zo'n 30 km ten zuiden van Paramaribo ligt
     De spoorlijn, aangelegd voor de ontginning van de desbetreffende landsgebieden, had met z'n aanleg het leven in de Para bepaald niet onaangeroerd gelaten.[1]
 
1  Paramaribo 
2  Wanica 
3  Nickerie 
4  Coronie 
5  Saramacca 
6  Commewijne 
7  Para 
8  Marowijne 
9  Brokopondo 
10  Sipaliwini 
 
  1.   Weblink bron “Kopzorg. Het verhaal van vader en zoon.” (1988), Agathon, Houten, ISBN 9026951469, p. 28