Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: opiumwet


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Opi·um·wet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Opiumwet
verkleinwoord

Eigennaam

Opiumwet v / m

  1. (juridisch) (Nederland) wet waarin productie, bezit en handel in verdovende middelen strafbaar worden gesteld
     De Tweede Kamer moet zich nog over het onderwerp buigen. Maar als het aan staatssecretaris Blokhuis ligt, geldt er vanaf begin volgend jaar een landelijk verbod op de verkoop van lachgas voor recreatief gebruik. Lachgas komt dan samen met bijvoorbeeld hasj en wiet op lijst II van de Opiumwet te staan. Op lijst I staan harddrugs.[2]
     Gisteren werd in Den Helder een 21-jarige militair uit Wierden opgepakt op verdenking van het aanbieden van vals geld en overtreding van de Opiumwet. De man betaalde in een horecaruimte op een kazerne met vals geld. Na onderzoek bleek de man nog meer vals geld te hebben in de slaapruimte en zijn auto. Ook vond de politie bij hem soft- en harddrugs. Hij zit vast.[3]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Zo'n 90 gemeenten lopen vooruit op verbod op lachgas, nemen zelf maatregelen” (14 juli 2020), NOS
  3.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Militairen opgepakt voor drugsbezit, vals geld en vechtpartij” (7 februari 2020), NOS