• Olich·mehl
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Olichmehl es Olichmehl - - - - - -
datief me Olichmehl em Olichmehl - - - - - -
accusatief en Olichmehl es Olichmehl - - - - - -

Olichmehl, o, geen meervoud

  1. (veeteelt) lijnkoek, veekoek (massa die overblijft na het persen van de olie uit lijnzaad)