Nieuw-Caledonisch stormvogeltje

Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • Nieuw-Ca·le·do·nisch storm·vo·gel·tje
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord Nieuw-Caledonisch stormvogeltje Nieuw-Caledonische stormvogeltjes

Zelfstandig naamwoord

het Nieuw-Caledonisch stormvogeltjeo dim. tant.

  1. (buissnaveligen) Fregetta lineata   een vogel uit de familie van de zuidelijke stormvogeltjes. De vogel broedt op het eiland Nieuw-Caledonië en is daar endemisch. Buiten de broedtijd verblijft de vogel boven open zee in de Koraalzee en de Grote Oceaan tot aan de Marquesaseilanden  
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie