noordse stormvogel (Fulmarus glacialis)
  • (IPA in voorbereiding)
  • buis·sna·ve·li·gen
enkelvoud meervoud
naamwoord buissnaveligen
verkleinwoord

de buissnaveligenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord buissnavelige
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (vogels) een orde Procellariiformes   van vogels (Aves  ) die vijf families bevat en vrijwel zonder uitzondering bewoners van de open oceaan zijn. De orde als geheel is kosmopolitisch, dus verspreid over alle wereldzeeën, maar bereikt zijn grootste diversiteit rond Nieuw-Zeeland. Twee families hiervan komen niet voor in de Noordelijke Atlantische Oceaan: de zuidelijke stormvogeltjes en de albatrossen