albatrossen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: albatrossen (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- al·ba·tros·sen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | albatrossen | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de albatrossen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord albatros
- meervoudsvorm als officiële benaming (buissnaveligen) Diomedeidae familie van grote zeevogels met lange vleugels die vrijwel hun hele leven doorbrengen boven zee. Ze komen wijdverspreid voor in de Zuidelijke Oceaan en de noordelijke Grote Oceaan, ze zijn afwezig in de noordelijke Atlantische Oceaan. Te land zijn zij vrij onbeholpen en zij komen daar alleen om te nestelen, veelal op afgelegen eilanden. De familie telt 21 soorten
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- [2] amsterdamalbatros, antipodenalbatros, Atlantische geelneusalbatros, Bullers albatros, campbellalbatros, chathamalbatros, galapagosalbatros, grijskopalbatros, grote albatros, Indische geelneusalbatros, laysanalbatros, noordelijke koningsalbatros, roetkopalbatros, Salvins albatros, Stellers albatros, tristanalbatros, wenkbrauwalbatros, witkapalbatros, zuidelijke koningsalbatros, zwarte albatros, zwartvoetalbatros
Gangbaarheid
- Het woord albatrossen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- alba·tros·sen
Naar frequentie | 56713 |
---|
Zelfstandig naamwoord
albatrossen
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van albatross
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- alba·tros·sen
Zelfstandig naamwoord
albatrossen
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van albatross