Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • Ma·ce·do·ni·sche den
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Macedonische den Macedonische dennen
verkleinwoord Macedonisch dennetje Macedonische dennetjes

Zelfstandig naamwoord

de Macedonische denm

  1. (coniferen) Pinus peuce   een boom uit de dennenfamilie (Pinaceae  ). De plant groeit in de Balkan. De boom werd in 1863 door August Grisebach in Duitsland ingevoerd, en heeft van daaruit zijn weg naar de Benelux gevonden. De tot circa 12 m hoge boom heeft opgaande takken die bijna horizontaal naar buiten buigen. De lange, zacht aanvoelende naalden zijn grijsgroen. De kegels zijn tot 15 cm groot
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie