• Leids
  • Afgeleid van Leiden met het achtervoegsel -s.
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen Leids Leidser Leidst
verbogen Leidse Leidsere Leidste
partitief Leids Leidsers -

Leids

  1. (demoniem) van, uit, zoals in, betreffende, enz. Leiden
    • 3 oktober is nog altijd een Leidse feestdag. 


enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Leids - -
verkleinwoord - - -

het Leidso

  1. geen meervoud (taal) de taal van de stad Leiden
    • Het Leids is een Hollands dialect.