• Kaf·fi·supp
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Kaffisupp die Kaffisupp Kaffisuppe die Kaffisuppe
datief re Kaffisupp der Kaffisupp Kaffisuppe de Kaffisuppe
accusatief en Kaffisupp die Kaffisupp Kaffisuppe die Kaffisuppe

Kaffisupp, v

  1. (voeding) koffie met room in een kom geserveerd met vers gebakken brood om te dunken, onderdeel van een typisch Amish-ontbijt