Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Je·hu·dit
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud
nominatief   Jehudit  
genitief   Jehudits  

Eigennaam

Jehudit v

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) (religie) dochter van Beëri, vrouw van Esau (Gen. 26:34)
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) (vrouwelijke naam) meisjesnaam
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen