• Ital
  • Afgeleid van het Latijnse woord Italus

Ital m bezield

  1. (demoniem) Italiaan; een man met de Italiaanse nationaliteit
    «Italové prohráli na domácí půdě.»
    De Italianen hebben op eigen veld verloren.
  2. (demoniem) Italiaan; een man behorend tot het Italiaanse volk
    «Nejvíce Italů žije v Itálii.»
    De meeste Italianen wonen in Italië.