Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Glaas·de·ckel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Glaasdeckel es Glaasdeckel Glaasdeckel die Glaasdeckel
datief me Glaasdeckel em Glaasdeckel Glaasdeckel de Glaasdeckel
accusatief en Glaasdeckel es Glaasdeckel Glaasdeckel die Glaasdeckel

Zelfstandig naamwoord

Glaasdeckel, o

  1. een glazen deksel


Opmerkingen