glazen
- gla·zen
stellend | |
---|---|
onverbogen | (alleen attributief) |
verbogen | glazen |
glazen
- gemaakt van glas
- Er stond een glazen vaas op de tafel.
de glazen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord glas
- ▸ Langzaam nam hij zijn skibril af, keek me rustig aan, draaide het gastenboek naar zich toe en riep met een luide stem door het kleine café: ‘Tim Van Gogh. No wait, Van Go!’ En dat was dat. Ik accepteerde de naam direct en we klonken met onze glazen cola om het te vieren. Ik herhaalde mijn nieuwe naam een aantal keer stilletjes, ik was ‘Van Go’ geworden.[1]
- Het woord glazen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "glazen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be