Nederlands

demoniem
inwoner Franeker
vrouwelijke inwoner Franekerse
bijvoeglijk Franekers (Franeker)
Uitspraak
Woordafbreking
  • Fra·ne·ker
enkelvoud meervoud
naamwoord Franeker -
verkleinwoord - -

Eigennaam

Franeker o

  1. (toponiem) stad in het westen van Friesland
    • De stad Franeker heeft vroeger een universiteit gehad. 
enkelvoud meervoud
naamwoord Franeker Franekers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Franekerm

  1. (demoniem) een inwoner van Franeker, of iemand afkomstig uit Franeker
Verwante begrippen
stellend
onverbogen Franeker
verbogen -

Bijvoeglijk naamwoord

Franeker

  1. (demoniem) gerelateerd aan of afkomstig uit Franeker
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie