ISO 639-3
cri
 


  • Cre·ools
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Creools - -
verkleinwoord - - -

het Creoolso

  1. geen meervoud (taal) creoolse taal die bestaat uit een mengsel van elementen van verschillende talen
  2. (taal) Santomees (cri), Creoolse taal die in Sao Tomé en Principe door het merendeel van de inwoners wordt gesproken.
    • Het Creools is op Sao Tomé ontstaan, maar wordt ook op Principe gesproken. 

Creools

  1. in verband met creolen