Concertgebouworkest

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Con·cert·ge·bouw·or·kest
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Concertgebouworkest -
verkleinwoord - -

Eigennaam

Concertgebouworkest o

  1. (muziek) symfonieorkest in Amsterdam
     Stiekem droom ik ervan ooit zelf in het Concertgebouworkest te mogen spelen.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Mischa Spel
    “‘Zelfs thuis heb ik soms even een wauw-gevoel’” (25 maart 2021) op nrc.nl