• Chris·tus·ach·tig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen Christusachtig Christusachtiger Christusachtigst
verbogen Christusachtige Christusachtigere Christusachtigste
partitief Christusachtigs Christusachtigers -

Christusachtig

  1. gelijkend op, of eigenschappen hebbend van Christus
     Dat kwam vermoedelijk mede door de bijna martelaar-achtige manier waarop hij stierf, die knie op zijn nek, het ‘I can’t breathe’, kwetsbaar, bijna Christusachtig.[1]
  2. verouderde spelling of vorm van christusachtig tot 2006
     De zaak wordt geleid door een nep-kolonel die in de Amerikaanse vlag gehuld gaat en op Old Granddad-whiskey en sigaren leeft; verder zijn er intellectuele chimpansees, trieste, Christusachtige clowns - mensenkinderen, hoererend met de lol - en een ‘sterke man’ die in alles, behalve zijn fysiek, een slappeling blijkt te zijn. In een circus is geen plaats voor subtiliteiten.[2]
  1.   Weblink bron
    Hans den Hartog Jager
    “John Akomfrah: ‘Film is meestal 1 scherm, 1 beeld, 1 waarheid’” (1 juni 2022) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Anthony Paul
    Een circus met intellectuele chimpansees : Angela Carters poëtische, humoristische, feministische visie in: Vrij Nederland. Boekenbijlage, jrg. 1985 nr. 3 (19 januari 1985), Stichting Vrij Nederland, Amsterdam, p. 9
  3.   Weblink bron “Rubensachtig / rubensachtig” op taaladvies.net