• Bou·de·wijn
  • Afgeleid van het Germaanse bald (moed) en win (vriend). Dit betekende dus zoveel als 'dappere vriend'.
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Boudewijn Boudewijns -
verkleinwoord Boudewijntje Boudewijntjes -

Boudewijn m

  1. (mannelijke naam) een jongensnaam
    • Boudewijn ging meestal met de motor naar zijn werk.