Duits

Uitspraak
  • IPA: /astʀoˈloːɡə/
Woordafbreking
  • As·tro·lo·ge
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

Astrologe m

  1. astroloog
    «Astrologen erstellen unter anderem Horoskope.»
    Astrologen stellen onder andere horoscopen op.
Verbuiging
Synoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen