• IPA: /astʀoˈloːɡŋ̍/, (duidelijk uitgesproken) /astʀoˈloːɡən/
  • As·tro·lo·gen

Astrologen m, mv

  1. genitief, datief en accusatief enkelvoud van Astrologe
  2. nominatief, genitief, datief en accusatief meervoud van Astrologe