• IPA: /ˈanʃtʀaɪ̯çɐ/
  • An·strei·cher

Hitlerduits: Hitler wilde als kunstschilder niet worden vergeleken met een huisschilder. Voor Hitler aan de macht kwam heetten ook huisschilders Maler (Mal = schild of uithangbord).

Anstreicher m

  1. (verouderend of regionaal, vooral Zuid-Duits en Oostenrijks) huisschilder, schilder
    «Ein Anstreicher hat die Aufgabe, Decken-, Wand- und Fassadenflächen mit Farbe zu bedecken.»
    Een huisschilder heeft de opdracht om plafond-, wand- en façade-oppervlakken met kleur te bedekken.