*anda-

Germaans

Uitspraak

• IPA: /ˈɑn.dɑ/

Woordherkomst en -opbouw

• vermoedelijk van een eerdere vorm *h₂entó- die teruggaat op Proto-Indo-Europees *h₂ent- "gezicht, voorhoofd, voorkant"

Voorvoegsel

*anda-

1. tegenover, tegen
2. ont-

Overerving en ontlening

• Angelsaksisch: and-, an-, ond-, on-
  • Engels: a-, an-, and-, on-, un-
• Oudfries: und-, ant-
  • Saterfries: änt-
  • Fries: unt-
• Oudsaksisch: and-
• Oudnederlands: ant-
  • Middelnederlands: ont-, ant-
    • Nederlands: ont- (en ant- in antwoord en Antwerpen)
      • Afrikaans: ont-
• Oudhoogduits: ant-
  • Duits: ent- (en ant- in Antwort)
• Oudnoords: and-
  • IJslands: and-
• Gotisch: 𐌰𐌽𐌳-