• IPA: \ka.ke.ɾɯ\, [ka̠ke̞ɾɯ̟ᵝ]

かける (rōmaji kakeru)

  1. overgankelijk hangen, hijsen
  2. overgankelijk bedekken
  3. overgankelijk grijpen, pakken
  4. overgankelijk vangen
  5. overgankelijk strikken
  6. overgankelijk opzetten (tent, schuur, enz.)
  7. overgankelijk een voorwerp gebruiken
    «ドレスブラシかける»
    een kleed afborstelen
    «シャツアイロンかける»
    een hemd strijken
  8. overgankelijk dragen (bril, stropdas)
  9. overgankelijk bedriegen, belazeren
  10. overgankelijk veroorzaken, aandoen
    «親に随分苦労かけた。»
    Ik heb mijn ouders veel leed aangedaan.
  11. overgankelijk iemand iets zeggen
    «先生生徒たちに号令かけた。»
    De leraar gaf de leerlingen een opdracht.
  12. overgankelijk vermenigvuldigen
  1. 掛ける met kanji geschreven
  2. 掛かる (onovergankelijk) hangen