корен
Niet te verwarren met: ко̏ре̄н |
- ко·рен
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | корен | корени |
bepaalde vorm (object) |
корена | корените |
bepaalde vorm (subject) |
коренът | |
telbare vorm | корена | |
vocatief | корене |
- Afgeleid van het Oerslavisch (zelfstandig naamwoord): kory ("wortel").
корен m
- het ondergrondse gedeelte van een plant of boom: (plantkunde) wortel
- «Ако разчиствате плевели не трябва да оставяте корените в земята, защото ще израстнат наново.»
- Als je onkruid wiedt moet je de wortels niet in de grond laten, want dan groeit het zo weer terug.
- «Ако разчиствате плевели не трябва да оставяте корените в земята, защото ще израстнат наново.»
- een getal gezien in zijn verhouding tot het getal van zijn tweede macht, derde macht, enz: (wiskunde) wortel
- «Корен (или корен квадратен) от сто четиридесет и четири е дванадесет.»
- De wortel van honderdvierenveertig is twaalf.
- «Корен (или корен квадратен) от сто четиридесет и четири е дванадесет.»
- een woord ontdaan van alle voor- en achtervoegsels en uitgangen: (taalkunde) wortel
- inplanting of dat waaruit iets ontspringt: wortel
- Latijnse transcriptie: kóren
корен
- onbepaalde vorm mannelijk enkelvoud verleden (voltooid) deelwoord van коря (korjà)
- Latijnse transcriptie: kóren