zwinkokkel
- Geluid: zwinkokkel (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- zwin·kok·kel
- samenstelling van zwin zn en kokkel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwinkokkel | zwinkokkels |
verkleinwoord | zwinkokkeltje | zwinkokkeltjes |
de zwinkokkel m
- (tweekleppigen) Venericor planicosta een fossiel weekdier, waarvan grote aantallen schelpen aanspoelen op de stranden van Cadzand-Bad , Knokke en het zwin. De wetenschappelijke naam kent de volgende synoniemen
- Het woord 'zwinkokkel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.