zwembadmedewerker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwem·bad·me·de·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zwembad zn en medewerker zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwembadmedewerker | zwembadmedewerkers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zwembadmedewerker m
- (beroep) iemand die werkzaam is binnen een zwembadorganisatie
- ▸ Zowel in het Aquadrome als De Brug en Het Slagman voldoen de vluchtwegen aan de eisen. Dat geldt ook voor de opslag van chemicaliën (chloorbleekloog en zwavelzuur), die nodig zijn in een zwembad. Deze wordt strikt gescheiden opgeslagen, zodat ze niet kunnen vermengen waardoor er chloorgas zou kunnen ontstaan. Bij het vullen van de tanks is er altijd een zwembadmedewerker aanwezig.[1]
- ▸ Voor kinderen is het bad pas toegankelijk bij een watertemperatuur van 20 graden. Als de zon eenmaal flink gaat schijnen zal de watertemperatuur snel toenemen, maar nu is het gewoon nog te koud", aldus een zwembadmedewerker.[2]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord 'zwembadmedewerker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Veiligheid troef bij Enschedese zwembaden” (07-08-2008), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Buitenbad Holten open” (29-04-2017), Tubantia