zwartsnavelboskalkoen
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- zwart·sna·vel·bos·kal·koen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende samenstelling van zwart bn, snavel zn en boskalkoen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwartsnavelboskalkoen | zwartsnavelboskalkoenen |
verkleinwoord | zwartsnavelboskalkoentje | zwartsnavelboskalkoentjes |
Zelfstandig naamwoord
de zwartsnavelboskalkoen m
- (hoendervogels) Talegalla fuscirostris een vogel uit de familie grootpoothoenders (Megapodiidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1877 door Tommaso Salvadori . Het is een endemische vogelsoort uit Nieuw-Guinea
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'zwartsnavelboskalkoen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.