zwarthalshoningvogel
- (IPA in voorbereiding)
- zwart·hals·ho·ning·vo·gel
- samenstellende samenstelling van zwart bn, hals zn en honingvogel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwarthalshoningvogel | zwarthalshoningvogels |
verkleinwoord | zwarthalshoningvogeltje | zwarthalshoningvogeltjes |
de zwarthalshoningvogel m
- (zangvogels) Acanthorhynchus tenuirostris een zangvogel uit de familie Meliphagidae (honingeters). Deze soort is endemisch in Australië en telt 4 ondersoorten
- Het woord 'zwarthalshoningvogel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.