zwakzinnigeninrichting
- zwak·zin·ni·gen·in·rich·ting
- samenstelling van zwakzinnige zn en inrichting zn met het invoegsel -n- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwakzinnigeninrichting | zwakzinnigeninrichtingen |
verkleinwoord |
de zwakzinnigeninrichting v
- instituut waar men mensen met beperkte verstandelijke vermogens verzorgt
- ▸ Zwakzinnigeninstelling Sint-Joseph in Heel verzweeg jarenlang zaken van seksueel misbruik. De in 1980 overleden rector en docent aan de opleiding voor Kinderbescherming, Victor Tillemans, werd in de jaren 60 veroordeeld voor ontucht. Maar de verplegers die hem hadden aangegeven moesten opstappen, zodat de zaak in de doofpot terecht kwam.[2]
- psychiatrisch ziekenhuis
1. instituut waar men mensen met beperkte verstandelijke vermogens verzorgt
- Het woord zwakzinnigeninrichting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “'Zwijgen over misbruik was beleid instelling zwakzinnigen'” (17 september 2011), Het Parool