• zwak·zin·ni·ge

zwakzinnige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van zwakzinnig
enkelvoud meervoud
naamwoord zwakzinnige zwakzinnigen
verkleinwoord

de zwakzinnigev / m

  1. geestelijk gehandicapte
    • Voor zwakzinnigen zijn speciale voorzieningen in de meeste landen.