Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zuip·feest
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zuipfeest zuipfeesten
verkleinwoord zuipfeestje zuipfeestjes

Zelfstandig naamwoord

het zuipfeesto

  1. een feest waarbij veel alcohol drinken de hoofdactiviteit is
    • Alleen de autochtonen komen in het programma aan het woord. Wel beelden van losbandige jonge vakantiegangers, geen gesprekken. Dat mag een bewuste keus zijn van de maakster, de dronken toeristen zijn als sociologisch en filmisch onderwerp veel interessanter. Zetten SBS6 en V8 vorig jaar vechtpartijen en zuipfeesten van jongeren in scène? Misschien wel, maar dat het er op het eiland lekker ruig aan toe gaat in de zomers is een feit. Excessen daargelaten moeten we daar niet al te moeilijk over doen. Terschelling doet dat echter wel. Het eiland vind dat het negatief in de publiciteit is gekomen en daarom besloot het gemeentebestuur een mediatraining voor de toerismesector op te zetten. Kijk dat is nou leuk, een dergelijke domme stap, ingegeven door de vraag: hoe kunnen we blijven omzetten en tegelijkertijd de bacchanalen buiten de media houden. Daar wil ik wel graag een filmpje over zien. Gaat de middenstand werkelijk minder bier verkopen of blijft de badgast, zoals voorheen, met zijn portemonnee de baas? [1] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. NRC Lolke van der Heide 16 juni 2003
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be