zuidoostelijke koeskoes
- (IPA in voorbereiding)
- zuid·oos·te·lij·ke koes·koes
- verbinding van zuidoostelijke en koeskoes
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zuidoostelijke koeskoes | zuidoostelijke koeskoezen |
verkleinwoord | zuidoostelijk koeskoesje | zuidoostelijke koeskoesjes |
de zuidoostelijke koeskoes m
- (buideldieren) Phalanger intercastellanus een koeskoes uit het geslacht Phalanger
- Het woord 'zuidoostelijke koeskoes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.