zuidelijke zadelrug

Nederlands

Zuidelijke zadelrug met onvolwassen vogel (achter). Afbeelding gemaakt door John Gerrard Keulemans.

Uitspraak

• Geluid:  zuidelijke zadelrug    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• zui·de·lij·ke za·del·rug

Woordherkomst en -opbouw

• verbinding van  zuidelijke  en zadelrug

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zuidelijke zadelrug	zuidelijke zadelruggen
verkleinwoord	zuidelijk zadelruggetje	zuidelijke zadelruggetjes

Zelfstandig naamwoord

de zuidelijke zadelrug m

1. (zangvogels) Philesturnus carunculatus  een zangvogel uit de familie Callaeidae  (Nieuw-Zeelandse lelvogels). De noordelijke zadelrug (P. rufusater) werd vroeger als ondersoort beschouwd van de zuidelijke zadelrug

Hyperoniemen

• zadelruggen, Nieuw-Zeelandse lelvogels, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'zuidelijke zadelrug' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.