Sint Pietervis   (Zeus faber)
  • (IPA in voorbereiding)
  • zon·ne·vis·ach·ti·gen
enkelvoud meervoud
naamwoord zonnevisachtigen
verkleinwoord

de zonnevisachtigenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zonnevisachtige
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een kleine orde Zeiformes   van straalvinnige vissen. De orde omvat ongeveer 40 soorten in zeven families, voornamelijk levend in de diepzee. De zonnevisachtigen hebben gewoonlijk een slank en lang lijf. De borstvinnen hebben 5 tot 10 zachte stralen, net als de rugvin en de aarsvin heeft tot 4 stralen