parazenen
- (IPA in voorbereiding)
- pa·ra·ze·nen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | parazenen | |
verkleinwoord |
de parazenen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord parazene
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Parazenidae van straalvinnige vissen uit de orde van zonnevisachtigen (Zeiformes )
- [2] zonnevisachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
- Het woord 'parazenen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.