Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zo·mer·post·ze·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zomerpostzegel zomerpostzegels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zomerpostzegelm

  1. één van een serie bijzondere zegels met toeslag voor een goed doel die jaarlijks door de Nederlandse posterijen wordt uitgegeven.
    • Heb je de nieuwe zomerpostzegels al? 
Synoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid