zoenvis
- zoen·vis
- samenstelling van zoen ww en vis [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zoenvis | zoenvissen |
verkleinwoord | zoenvisje | zoenvisjes |
de zoenvis m
- (straalvinnigen) bepaald soort vis, Helostoma temminckii uit de familie van zoengoerami's (Helostomatidae ) in de orde baarsachtigen (Perciformes )
- zoengoerami's, labyrintvisachtigen, baarsachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
- Het woord 'zoenvis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.