zoöstuprum
- Geluid: zoöstuprum (hulp, bestand)
- IPA: /zowoˈstyprʏm/
- zoö·stu·prum
- afgeleid van het Latijnse stuprum (ontering, verkrachting, onzedelijke handeling) met het voorvoegsel zoö- [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zoöstuprum | - |
verkleinwoord | - | - |
het zoöstuprum o
- (juridisch) (medisch) seks van mensen met dieren
- In het leger schijnt men zich niet veel zorgen over zoöstuprum gemaakt te hebben. [3]
- Het woord 'zoöstuprum' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ zoöstuprum op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Kortbeek, L.H.T.S. & Sakkers, A."Casuïstische mededelingen. Twee gevallen van zoöstuprum (sodomie)" in: Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde jrg. 99 nr. 40 (1 oktober 1955); p. 2978; geraadpleegd 2017-01-17