Zinkgat
  • zink·gat
enkelvoud meervoud
naamwoord zinkgat zinkgaten
verkleinwoord

het zinkgato

  1. verzakking in de grond doordat een eronder gelegen holte instort
    • Dit is typerend voor een door karst gevormd landschap. Bij karst wordt gedurende duizenden jaren kalksteen opgelost in door kooldioxide verzuurd regenwater. Onder het oppervlak ontstaan zo grotten. In de ondergrond ontstaan ook holtes, die uiteindelijk instorten, zogeheten zinkgaten. De Hranicka-grot is zo’n zinkgat. Starnawski onderzoekt het gat al meer dan twintig jaar. Mogelijk is het nog dieper dan 404 meter. De meetrobot van Starnawski kon namelijk niet dieper meten, doordat het bevestigingskoord maar 404 meter lang was.[2]  
84 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Karel Berkhout 7 oktober 2016
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be