zilveren groenuil

 
  • (IPA in voorbereiding)
  • zil·ve·ren groen·uil
enkelvoud meervoud
naamwoord zilveren groenuil zilveren groenuilen
verkleinwoord zilveren groenuiltje zilveren groenuiltjes

de zilveren groenuilm

  1. (vlinders) Pseudoips prasinana   een nachtvlinder uit de familie van de uilen, onderfamilie visstaartjes (Nolinae). De spanwijdte varieert tussen de 30 en 35 millimeter. De vliegtijd is mei tot en met juli. Waardplanten van de rupsen zijn met name de eik en berk